Russische dragon (Artemisia dracunculus var. inodora) wordt in tegenstelling tot de zogenaamde franse dragon uit zaad opgekweekt. Het is een overblijvende plant. De smaak is zacht-bitter, veel minder scherp dan alsem of bijvoet. Het lancetvormige blad groeit aan vaak heel lange stengels. De plant wordt ca. 1 m hoog. Zaaien: in maart-april op een zaaibed onder glas. Dragon houdt van zon. In de periode mei-augustus uitplanten op een onderlinge afstand van 30 x 30 cm. In juli-augustus kan ook op een zaaibed direct in de vollegrond gezaaid worden. Om te sterke lentegroei tegen te gaan, de planten zo nu en dan snoeien. Het gesnoeide blad kan aan de stengels gedroogd worden. Oogst: het blad naar behoefte. Toepassing: bij lamsvlees, kip en eiergerechten. Onmisbaar in béarnaisesaus. Ook bij de bereiding van kruidenazijn.